Raad Lochem zet stap richting verbod op sierteelt
In dit artikel:
De gemeenteraad van Lochem heeft maandagavond unaniem een motie van LochemGroen!, PvdA en GroenLinks aangenomen die het college opdraagt voor de verkiezingen van maart 2026 een voorbereidingsbesluit voor te bereiden om niet-biologische bloemgewassen — in het bijzonder bol- en knolgewassen en snijbloemen — te kunnen weren. Met zo’n voorbereidingsbesluit kan de gemeente de teelt van bepaalde gewassen direct beperken; binnen anderhalf jaar kan vervolgens een partiële herziening van het Omgevingsplan het verbod permanent maken.
Eerder dit jaar vroeg de raad al unaniem om onderzoek naar juridische mogelijkheden. Dat leidde tot een advies van HBR Advocaten en een memo van het college waarin het verbieden van teelt volgens het college (tijdelijk) onmogelijk werd geacht. De raadsfracties die de nieuwe motie indienden, vinden dat memo onvolledig en onjuist, en dringen aan op een actiever traject. Juridisch is duidelijk dat de gemeente gewassen kan weren via ruimtelijk beleid, maar het verbieden van bestrijdingsmiddelen valt onder landelijke regelgeving.
De reden voor de ingreep is het hoge gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de sierteelt en de mogelijke gevolgen daarvan voor volksgezondheid en waterkwaliteit. Voor ornamenten gelden minder gebruiksregels dan voor voedselgewassen, omdat ze niet voor consumptie bestemd zijn. Elders in Nederland hebben omwonenden via de rechter al beperkingen afgedwongen, vooral rond lelieteelt; sommige middelen worden in verband gebracht met ernstige aandoeningen zoals Alzheimer en Parkinson.
Tijdens de raadsbehandeling waren er zorgen over formulering en gevolgen voor bestaande bedrijven, zoals boomkwekerijen; de motietekst is daarom meerdere keren aangepast. Uitzonderingen in de motie betreffen bloemgewassen die worden gebruikt voor groenbemesting, bodemverbetering, plaagbestrijding of de productie van voedsel, olie of biobrandstof. Het college moet ook in kaart brengen op welke percelen sierteelt nu is toegestaan, met speciale aandacht voor lelieteelt.
Wethouder Marja Eggink noemde de motie “niet verstandig” en wees op het beperkte oppervlak (ongeveer 11 hectare, 0,08% van het landbouwareaal) dat mogelijk wordt geraakt; zij pleitte voor afwachten van landelijke onderzoeken en beleidslijnen. Omdat de motie echter unaniem is aangenomen, moet het college ermee aan de slag. In de raadszaal was een cameraploeg van KRO/NCRV aanwezig; het tv-programma Pointer volgt de landelijke ontwikkelingen rond de sierteelt.